Dit is een stuk moeilijker, maar dit geldt bijna voor alle planten. Neem de bak zo ruim mogelijk, hoe groter de bak des te langer heb je er plezier van. Neem een plantenbak met een minimale diepte van 50 cm. en vul deze met een mengsel van 2/3 potgrond en 1/3 bemeste tuinaarde. Plant de bamboe hierin en hou deze de rest van haar leven vochtig maar niet te nat. Mest de bamboe het volgend jaar bij met osmocote [3 gram per liter ] eind maart en eind juli of gebruik een organische meststof aangevuld met wat zeewierkalk. Herhaal dit elk jaar. Zorg ervoor dat het water onder in de bak weg kan, anders heb je kans dat de wortels gaan rotten. Knip elk voorjaar de zwakke en dode takken weg zodat de nieuwe scheuten kans krijgen om te groeien. Is de grond in de pot wat ingezakt, vul deze dan vroeg in het voorjaar aan met compost of bemeste tuinaarde en sla de osmocote gift in maart over. Als de plant geel wordt is herstel alleen mogelijk door de plant terug te plaatsen in de vollegrond.
Dit is wat minder lastig, alleen het watergeven is een hele klus. Hoewel de meeste bamboe en siergrassen goed winterhard zijn is de vorstgevoeligheid in pot groter, de kou komt immers van alle kanten en de plant kan niet dieper wortelen zoals in de volle grond. Isoleer eventueel de bakken en dek ze af met bijvoorbeeld noppenfolie [rondom de pot] jute, stro [het gewas] bij matige tot strenge vorst. Let erop dat de planten ook s’winters niet uitdrogen.
Hoewel niet noodzakelijk kun je aan bamboe snoeien wat je wilt maar doe dat niet in een zonnige periode en bij voorkeur in het voorjaar of het vroege najaar. Bladverliezende siergrassen snoei je in het vroege voorjaar terug tot ±15 cm. Wintergroene siergrassen hoeven niet gesnoeid te worden, wordt het blad toch wat dor in de loop van de tijd, ‘pluk’ ze dan schoon of snoei ze terug.